In het land waar het goed eten is, wordt er over weinig zoveel gepraat als over eten. Vooral in de winkels waar je dat eten kunt halen en dan hebben we het niet over de Intermarché maar de slagerij van meneer Cabanel. Het lijkt er wel een kroeg. Hoewel de echte kroeg er naast is via een doorbraak van minstens één geheime gang – en de trouwe lezertjes inmiddels weten dat je, wanneer je de slagerij binnenstapt en hij is leeg, je altijd even hard ‘coucou’ moet roepen omdat meneer Cabanel graag bij de buren is – doet zijn vitrine niet onder voor een bar. Een echte mannenbar. Allerlei soorten mannen van de streek staan losjes tegen de slagersbar geleund en kletsen over, ja, eten dus. Ook wel over hoe je slacht, maar dat ontgaat me meestal omdat ik de vaktaal niet beheers en omdat het plaatselijke accent soms een beetje binnensmonds en bliksemsnel gaat als de Lotois en Périgourdins onder elkaar zijn. Als ik op mijn beurt sta te wachten, maak ik me zo onzichtbaar mogelijk omdat ik zoveel mogelijk wil opvangen van deze gratis lesjes zuidwestfrans. Ik spits mijn oren extra als één van de mannen aanstalten maakt om iets te gaan kopen van meneer Cabanel. Wie zoveel over eten kan praten, weet vast ook alles van de bereidingswijze.

Vandaag maakt zich inderdaad een grote man met een grijze krulsnor los van de vitrine-bar en wijst een dik stuk rundvlees aan. Anders dan in Nederland liggen er vooral grote stukken in de vitrine, waar de gewenste hoeveelheid van af wordt gesneden. De vraag is dan niet ‘hoeveel gram’ maar ‘hoeveel personen’, waarop ik dan het beste kan antwoorden met één grote en een kleine, anders krijg ik veel teveel mee.

Bij de halve koe waar de meneer met de krulsnor naar staat te wijzen, ligt een kaartje met boerderij van afkomst: familie Florenty uit Gindou. Dat moet een aanbeveling zijn in zo’n kleine gemeenschap. ‘Het moet wel goed zijn, heel erg mals,’ zegt hij, alsof hij het zelf klaar gaat maken en waarschijnlijk is dat ook zo. ‘Voor de Bourguignon?’ vraagt Cabanel. ‘Eh oui.’ De slager pakt het zware stuk op, zijn onderarmen spannen gevaarlijk. Dat moet ik ook hebben! Als hij uitgesneden is, zeg ik dat hij het stuk kan laten liggen. De klant en twee andere mannen aan de bar kijken op. ‘Ah!’ roept er eentje. ‘Wat gaat u maken?’ ‘Wat raadt u aan?’ vraag ik beleefd. Nu wordt het lachen. Iedereen begint tegelijkertijd advies te geven. En dat doen ze met serieuze gezichten, want met eten en dames dol je niet. Is me vaker opgevallen: in veel mannen van de France Profonde de chevalier uit de Middeleeuwen (die, zie vorige blogs, nog maar pas geleden zijn). Ze eten nog liever hun pet op dan dat ze een vrouw met snedige opmerkingen en flauwe grappen om de oren slaan.

Ik ga dan ook naar huis met drie recepten. Een bourguignonne, een stoofpotje met uien en pruneaux d’Agen en eentje voor een heilzame soep met topinambours en wat je verder aan groente over hebt. Je wordt er nooit stommer van, van zo’n kroeg.

Dit verhaal werd opgenomen in het boek Frisse Start in La Douce France. Om te bestellen, cliquez ici.

Fragmentje uit ‘Frisse Start in La Douce France’

De eerste regenbui in een nieuwe woning is altijd spannend, vooral als je bij de bezichtiging donkere plekken in het ...
Read More

Vocabulaire

‘Une épave, s’il vous plaît,’ wijs ik naar een rustiek uitziende broodbol. ‘Ah, un pavé,’ corrigeert de bakker vriendelijk, zonder ...
Read More

Even

In La France Profonde is er in elk geval één Nederlands woord waar geen vertaling voor bestaat en dat is ...
Read More

Blije mannen

Hoewel ik in Nederland niet erg modebewust was, voelde ik me hier in La France Profonde soms toch wat overdressed ...
Read More

Eten II

Er valt een uitnodiging in de bus voor een etentje. Afzender is een gemeente een eindje verderop in de Dordogne ...
Read More

Palmpasen

Palmpasen valt dit jaar op een regenachtige dag. Je zou kunnen zeggen ‘druilerig’ maar dat impliceert voor mij meer het ...
Read More

Bij de slager

In het land waar het goed eten is, wordt er over weinig zoveel gepraat als over eten. Vooral in de ...
Read More

De proefrit

In het kader van de integratie kopen we een Franse auto. Omdat Weber, mijn meneer, nogal handig is, wordt dat ...
Read More

Bise

De eerste keer dat ik in aanraking kwam met de Zuideuropese zoen-gewoonte was toen ik in het Utrechts volwassenenonderwijs een ...
Read More

Biceps in basilica

Een frisse najaarswind jaagt door de straten van een middelgroot stadje in de Dordogne, dat over een immense dertiende-eeuwse abdijkerk ...
Read More

Cactus

Meneer Lopez uit Montcléra beloofde ons een stekje van zijn cactus. Het is zo’n woesteling met van die Mickey-Mouse-oren. De ...
Read More

Related Post