De eerste keer dat ik in aanraking kwam met de Zuideuropese zoen-gewoonte was toen ik in het Utrechts volwassenenonderwijs een klasje met Engels-lerenden had. Het waren Nederlanders, met uitzondering van twee Japanners en iemand uit Spanje. Iedereen was keurig op tijd en zat in het lokaaltje klaar met de boeken braaf op tafel. Alleen de Spaanse was nog niet gearriveerd.
Het was mijn eerste cursus in deze vorm en een beetje nerveus deed ik mijn introductie voor een aandachtige groep. Ineens vloog de deur open en een struise jonge vrouw met knalrood haar en fladderende shawls stoof naar binnen. ‘Hellooo!’ riep ze en stormde in mijn richting. ‘I am Ainara Casado!’ Voordat ik het wist had ze me bij de schouders gegrepen en twee dikke zoenen in mijn wangen geplant. Daarna duurde het even voordat ik me herinnerde wat ik die avond ook alweer moest doen.
Sinds ik in Frankrijk woon, ben ik er aan gewend en vind ik het zoenen een fijne en hartelijke traditie, zelfs als het maar luchtkusjes zijn. Alleen al de uitdrukking ervoor, faire la bise, heeft het schattigheidsgehalte van peuters met mutsjes waar beren-oortjes op zitten genaaid. Inmiddels ben ik gewend ook vreemden aan wie ik word voorgesteld te zoenen, maar twee jaar terug schudde ik nog beleefd handen tot buurman Philippe me tot de orde riep. Letterlijk vertaald: ‘Je moet me de kus maken. De mannen geven elkaar de hand en wij maken de kus.’
In het Zuidwesten geef je twee zoenen, maar ik heb gehoord dat in het noorden van Frankrijk en in de Aveyron drie keer wordt gezoend: Vader, Zoon en Heilige Geest. Ik heb onderzocht welke wang de Fransman het eerst aanbiedt, maar tot een heldere conclusie kon ik niet komen. De stokoude meneer Lazare met het hondje dat eruit ziet alsof het net uit de biotex komt, steekt de rechterwang naar voren. De tengere Françoise, die meerdere keren per dag langsrijdt in een rammelig blauw Renaultje om sigaretten te halen, geeft twee dikke klapzoenen nadat ze eerst afwacht met welke kant de ander begint. Gaëlle de buurvrouw buigt haar hoofd duidelijk naar links. Haar dochter Lilou van vier is nog een beetje verlegen en geeft op een geblaft commando van moeders (‘Lilou! Fais la bise!’) één zuinig kusje op een wang naar keuze. De peuter van Bernard uit Lille – drie zoenen – is nog te klein om verlegen te zijn en laat zich op hetzelfde commando plat voorover tegen je mond aan vallen. Winkeliers zoenen niet, behalve Annie van de electrozaak. Die springt voor al haar klanten achter de toonbank vandaan en zet er zelfs haar bril voor af. Ik ben er nog niet uit of ik de secretaresses van de mairie moet zoenen als ik wekelijks de sleutel voor het koor kom halen, afgezien van de nieuwjaars-bisou. Ze zien er zo formeel uit achter hun bureau. De burgemeester zoent wel en knijpt je er liefdevol bij in de arm.
De zangers van mijn koor zoenen allemaal, elke week weer opnieuw. Kom daar in Nederland maar eens om. Deze keer vragen de Franse sopranen ook nog om een extra kwartiertje na de repetitie volgende week, voor une surprise. Vervolgens staan ze samenzweerderig te smoezen en hoor je woorden als gallettes en beignets. Zucht. Verzinnen ze wéér een excuus om samen te eten en te drinken.
dit verhaal is opgenomen in het boek ‘Frisse Start in la Douce France‘
Fragmentje uit ‘Frisse Start in La Douce France’
Read More
Vocabulaire
Read More
Blije mannen
Read More
Bij de slager
Read More
De proefrit
Read More
Biceps in basilica
Read More